'Ode aan de markante veenkoloniale vrouw'
In 2024 organiseerde het Veenkoloniaal Museum een tentoonstelling rond de veenkoloniale vrouw.
Vanaf de 15e tot in de 18e eeuw waren er heksenvervolgingen in Europa. Het aantal slachtoffers was enorm, merendeels oudere, arme, alleenstaande vrouwen. De meeste ‘heksen’ werden gemarteld tot ze bekenden en namen van andere ‘heksen’ noemden. Er werden vaak processen gevoerd tegen meerdere 'heksen' tegelijk, soms ook kinderen en mannen. Zij die de martelingen overleefden, werden alsnog gewurgd of op de brandstapel gegooid. Ook in Westerwolde werden 'heksen' vervolgd.
In het schilderij over Alke Engels heb ik onrecht verbeeld. Rechtsonder de domineesvrouw die haar kind een appel geeft, een goede gift van Alke Engels. Het kind werd ernstig ziek en Alke werd ervan beschuldigd dat zij een vergiftigde appel had gegeven. Links staat een groepje bomen, het zijn Abelen met noesten in de vorm van ogen. Deze bomen vol met ogen staan symbool voor ongewenste sociale controle, bespieden en gluren. Overal volgen de ogen je en moet je uitkijken dat wat je doet niet verkeerd opgevat wordt, omdat ze kijken met de bedoeling om je kwaad te berokkenen. Heksen werden ervan beticht het boze oog te gebruiken, om mensen ziek te maken of ander leed aan te doen.
In dit schilderij zijn de mensen die onschuldigen betichten van hekserij, juist met hùn gegluur en valse beschuldigingen, de dragers van het boze oog. In de achtergrond loopt Alke gebogen haar noodlot tegemoet, naar de Gieselbaarg op de brandstapel. Het is ochtend en de zon zet de hemel in vuur en vlam, alsof de hele wereld brandt vanwege dit onrecht. Op de brandstapel zien we vrouwe Jusititia, als symbool dat de eerlijkheid en rechtvaardigheid wordt verbrand.